
Spreekwoorden: (1914)
Het (of den boel) van eieren makend.w.z. den boel bederven, het bont maken: vroeger ook het maken als eieren die uitloopen; vgl. Snorp. I, 38: Alle dagh, alle dagh maeck jy 't as Eyeren die uyt-loopen; maer ick vrees van jouwent wegen, datjet eens so louter selt bekoopen, dattet jou heuge sel; Doedy...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778

Spreekwoorden: (1914)
Het (of den boel) van eieren makend.w.z. den boel bederven, het bont maken: vroeger ook het maken als eieren die uitloopen; vgl. Snorp. I, 38: Alle dagh, alle dagh maeck jy 't as Eyeren die uyt-loopen; maer ick vrees van jouwent wegen, datjet eens so louter selt bekoopen, dattet jou heuge sel; Doedy...
Gevonden op
https://www.encyclo.nl/lokaal/10778
Geen exacte overeenkomst gevonden.